Geld verdienen aan cultuur?!

Het begint elke keer opnieuw met diezelfde vraag: Zouden jullie dat ook bij ons kunnen komen doen?  ‘Bij ons’ kan dan betrekking hebben op een familie, een stad, een dorp, een vereniging, een bedrijf, een buurt, … . Er wordt telkens verwezen naar een gemeenschap, een verzameling van mensen die toevalligerwijs of door een bewuste keuze verbonden zijn met elkaar.

En zo werd eind november 2015 mijn nieuwsgierigheid geprikkeld om ook in Brugge en Kortrijk een werking van Allez, Chantez! op te starten. Een stedelijk netwerk van open zangsessies voor iedereen die graag zingt, zag in mijn verbeelding het licht. Ik plantte mijn vinger op de schouder van stedelijke cultuurambtenaren in de respectievelijke West-Vlaamse steden en de bal ging aan het rollen.

 

Dat klinkt als een initiatief waarvoor je in onze stad wel een publiek zal vinden.”

 

Maanden speurde ik naar de juiste contacten binnen de voor mij ongekende gemeenschappen, zowel op bestuurs- als op verenigingsniveau. Ik zocht die mensen die anderen willen verbinden, die ontmoeting mogelijk willen maken, die oog hebben voor de verscheidenheid en de uniformiteit van mensen en die de uitdaging willen aangaan om drempels om deel te nemen aan hun aanbod onder de loep te nemen. Een heuse opdracht die de nodige frictie, teleurstelling en ontnuchtering met zich meebracht.

Maar meer dan eens werd ik ook overdonderd door positivisme en een gevoel van alles-is-mogelijk. Er zijn zoveel mooie initiatieven van burgers, verenigingen en overheden waarin ik diezelfde honger naar cultuur-voor-iedereen en cultuur-voor-verbinding terugvond. Ik vond verenigingen die hun werking aan de mijne willen koppelen, die hun zaal en vrijwilligers ter beschikking willen stellen, die samen willen communiceren over het initiatief. Ik vond bevlogen individuen die hun energie en tijd willen spenderen aan de praktische opvolging van de zangsessies en het verspreiden van onze communicatie naar de lokale bevolking. Ik vond zelfs gepassioneerde fotografen en schrijvers die hun kunsten willen inzetten om onze initiatieven in de kijker te laten lopen. Zowat alle bouwstenen voor beide zangwerkingen kregen vorm: partners, locatie, frequentie van de zangsessies en uiteraard ook het budget.

 

Het is een bijzonder waardevol project dat ook in onze stad een katalysator kan zijn voor ontmoeting en ontspanning. We willen je zeker helpen bij de realisatie op praktisch en communicatief vlak maar budgettaire inspanningen worden een heikel punt. Je bent een zelfstandige ondernemer.”

 

Toen ik in januari 2016 besloot om als zelfstandige binnen de cultuursector mijn brood te gaan verdienen, wist ik dat dit geen makkie zou worden. Ik had en heb nog steeds geen zin om een vzw op te richten en/of volledig afhankelijk te zijn van subsidies die Vadertje Staat verleent. Veel culturele initiatieven vinden in deze bodem hun zijnsvorm en als dat voor de initiatiefnemers past, dan hoor je mij niet klagen. Ik daarentegen wil een rendabel bedrijf uitbouwen dat me een deftig loon kan uitbetalen. Daarnaast wil ik over mijn onderneming kunnen spreken als een bedrijf waarin ik een aantal productlijnen uitzet die voor verschillende inkomstenstromen zorgen. Ik wil een prijszetting hanteren die gebaseerd is op een leefbaar loon voor de mensen die mijn projecten uitvoeren en voor mezelf. Ik ben immers een ondernemer die de nodige risico’s heeft genomen toen ik mijn job opzegde.

Door de dalende overheidsbudgetten voor cultuur zullen er meer mensen inzetten op een ondernemersmentaliteit binnen de culturele sector. Dat hoop ik althans. Wanneer mensen hun passie voor cultuur kunnen verbinden met een gezonde ondernemersgeest dan vind ik dat prachtig! Waarom zou je geen geld mogen verdienen aan de intentie om mensen samen te brengen via cultuur?

Concreet zie ik het zo: ik zal blij zijn met elke lokale projectsubsidie die ik krijg om een nieuwe zangwerking op te starten. Maar nog blijer zal ik zijn wanneer bedrijven in mijn project willen investeren en zo bijvoorbeeld hun merk verbinden aan de positieve uitstraling van het mijne. Maar nog blijer zal ik zijn wanneer ik vanuit de gemeenschap zelf de boodschap krijg dat ze financieel hun steentje willen bijdragen aan de structurele werking van hun lokale zangsessies. In mijn ogen is duurzame cultuur alleen op die manier mogelijk. Of dat is toch de enige manier waarop ik als ondernemer in het cultuurlandschap wil bewegen. Het is niet de meest voor de hand liggende of snelste manier, maar het is wel de mijne.

 

En komt die Allez, Chantez!-werking er nu in Brugge en Kortrijk?”

 

Dat is simpel: in beide steden staat de gehele praktische realisatie en communicatie naar kansengroepen en een breed publiek klaar. Zo klaar als een klontje is het dan ook dat de kans op een duurzame zangwerking op lange termijn groot is. Jaarlijks organiseren we immers een benefietmoment waarop de achterban van een lokale zangwerking gemobiliseerd wordt om voldoende geld in te zamelen voor de kosten van een volgend zangjaar.

Maarrrrr zolang er geen middelen zijn om de kosten van een eerste zangjaar te dragen – kosten voor huur en/of verzekering van de zaal, zangboekjes, onkosten muzikanten, communicatiekosten, …  – dan blijft het antwoord “Misschien”. Dat ik niet de makkelijkste juridische vorm gekozen heb om cultuurbeleving mogelijk te maken, vergoot de kans dat die ‘misschien’ uitdraait in een negatief scenario. Dat die keuze mij echter de vrijheid geeft om de ontwikkeling van een culturele organisatie op een actieve, energieke en vernieuwende manier te bekijken geeft me vleugels. En wie samen met mij een vlucht wil nemen: wees welkom!