Om de zoveel weken heb ik een afspraak met mijn psycholoog. Ik noem haar ‘mijn psycholoog’, maar natuurlijk is ze van zichzelf. Ze is mijn raadsvrouw. Intussen kan ik al een kleine tien jaar bij haar terecht. Mijn vorige relatie liep na zes jaar op de klippen en ik kon haar niet redden. Dus vroeg ik of mijn toenmalige vriend samen met me naar een relatietherapeut wilde gaan. Hij ging één keer mee. Tijdens dat gesprek vertelde mijn psycholoog dat ze vreesde dat de strijd al gestreden was. Nog voor ik één slag of stoot gegeven had, moest ik opgeven. Dat besefte ik dankzij haar woorden. Misschien wist ik het zelf ook al, maar dankzij haar boodschap legde ik me er sneller bij neer. Het duurde een hele tijd voor ik verder kon, maar dat gesprek zorgde er alvast voor dat ik wist dát ik verder kon.
Nu ga ik nog steeds regelmatig bij haar langs. Vaak zien we elkaar maanden niet, soms zelfs jaren. Maar toen ik met mijn burn-out echt in de rats zat, pikte ik de draad weer op. Het is fijn om te weten dat ze zoveel weet. Ze kent zoveel van mijn context: mijn familieleven, mijn relatie, mijn kinderwens, mijn ondernemerschap, mijn lichaamsbeeld, mijn zingeving, mijn artiest-zijn, … . Ik heb zoveel belangrijke stappen in mijn ontwikkeling becommentarieerd en geëxpliceerd voor haar. Ook al staat ze dan aan de zijlijn van mijn leven, ze speelt er een grote rol in.
Jij hebt dus een hele week zonder één cent uit te geven gebruik kunnen maken van verdovende middelen.”
Ik moést haar vertellen over de afgelopen week. Over hoe mijn project mij nog altijd omver kan knallen, optillen en opschudden zoals je dat met een hoofdkussen doet. Met een blos op mijn wangen vertel ik dan over hoe fier ik ben. Met een knoop in mijn maag over hoe bijzonder ik dit vind. Met blinkende ogen over hoe ontroerd ik raak door de reactie van onze fans en onze interactie. Met een zucht over hoe dankbaar ik ben.
Ze vroeg me naar mijn uitlaatklep. Hoe die eruit ziet. Wat ik nodig heb om de wereld te vergeten en de rollen die ik daarin speel. Lang moest ik daar niet over nadenken: ik moet kunnen zingen. Wanneer ik alleen thuis ben en weet dat er niemand meteen zal binnenkomen, dan kan ik in mijn hoofd de grootste ster zijn. Het is fijn om te merken dat ik al heel mijn leven Whitney Houston kan zijn.*
Zolang ik me kan herinneren, ontwaakt er een grootse zangeres in mijn hoofd wanneer ik helemaal alleen ben. Vroeger nam ik dan al eens een stok van de kapstok in de gang en gebruikte die als microfoon. Ook de tandpastatube (wat een mooi woord!) kan daarvoor dienen. Of een hele dikke alcoholstift. Of de afstandsbediening van de cd-speler. Maar ik moet wel alleen zijn. Met iemand in de buurt doe ik dat niet, lukt het ook niet. Of wanneer ik weet dat er nog iemand gaat langskomen of thuiskomt, dan ook niet. Het gevoel ‘betrapt’ te worden speelt dan mee en dat vind ik gewoon niet leuk.
Iets anders wat mij van de wereld haalt is wandelen**, graag minstens een kilometer of tien. Of uuuuuuuuuren in bad liggen met een boek of een serie op de laptop. Of tijd met een vriend(in) of familielid of misschien wel het allerliefste met mijn lief. Liefst één op één. En liefst zonder gsm in de buurt: het is zo fijn om de deur achter me dicht te slaan en te weten dat mijn gsm nog binnen ligt. Heel bewust mijn smartphone achterlaten is de beste remedie tegen haast of opgejaagdheid.
Het afgelopen jaar heb ik daar wat mee geëxperimenteerd en de afstand tussen mij en dat bakje wordt steeds groter. Halleluja! Alle meldingen staan intussen uit – ik moet gaan kijken (app per app) of er iemand me probeerde te contacteren. Ik bekijk nog maar zelden een groepsgesprek.
Na een paar weken (dit klinkt heel raar), voelde ik me een ander mens. Minder opgejaagd, alsof ik plots gewoon méér tijd had. Ik kon heel duidelijk zeggen: “Ik ben nu hier, met jou, op deze plek.” Dat doet deugd. Het verstevigt de connectie met de mensen waarmee ik omga. Het bezorgt me zoveel rust, of liever: het ontneemt me zoveel onrust. En eigenlijk… is het heel gemakkelijk.
Annelore, we moeten afsluiten, maar ik wil je nog zeggen dat het fijn is om te zien dat je zoveel rust uitstraalt. Het lijkt alsof je een manier gevonden hebt om met al die verschillende zaken om te gaan.”
Knik. Knik. Wanneer iemand me nu vraagt: “Hoe is ‘t?” of “En, alles goed?” kan ik toch met zekerheid antwoorden: “Veel wel” of “Genoeg wel”. Dat is luxe. Pure luxe. #dankbaar …
* Bij het nalezen van mijn schrijven moet ik met deze zin hard lachen, stil in mijn hoofd. Ik zit in een cafeetje dichtbij de psycholoog en heb intussen een biertje gedegusteerd tijdens het schrijven van deze blogpost. Dat verklaart waarschijnlijk veel. Maar ik vind het echt een grappig idee: Ik = Whitney Houston.
** Lucky me met die prachtige Hagelandse velden en bossen in de buurt. Ik wandel graag alleen, maar je mag me altijd uitnodigen voor een gezamenlijke wandeling. We zien wel of het past.