Drie maanden ben ik aan het werk als zelfstandige. Een tijdsgeestlijstje:
- Maandag = weekagenda opmaken + to do-lijst opstellen + administratie op orde.
- Zaterdag = “Oei, nu mag ik niet werken vandaag.”
- Zondag = “Jeej! Morgen begin ik er weer aan.”
- De ‘down days‘: “Als ik nu vandaag niets doe, dan is er geen haan die daar naar kraait. Heeft het dan wel zin dat ik er moeite insteek?”
- Spoortijd (onderweg met de trein) = prioriteiten op orde / concrete opdrachten uitwerken / niet vergeten: de heenrit is voor de job, de terugrit is me-time!
- Weg-van-huis tijd = “Heerlijk! Een creatieve en/of denkjob is bijzonder mobiel. Ik kan overal werken.”
Kanttekening.
Vakantiedagen? Die heb ik niet. Maar ik heb wel bijna elke dag het gevoel dat ik op een vakantiedag verkies om te werken. En daarom mis ik ze ook niet, de vakantiedagen.
Noot bij de kanttekening.
Ik heb een huis gebouwd voor mijn drive – oh, home sweet home – waarin die zich meer dan thuis voelt. Er zou haast een bordje ‘Hier kan ik me heerlijk te pletter werken’ boven mijn bureau mogen hangen. Daar staat tegenover dat ik eigenlijk niet zo goed kan stilstaan enerzijds en anderzijds niet vlot kan genieten van de leuke niet-job-gerelateerde dingen in het leven. Gelukkig valt er nog veel te leren in het leven. Misschien neem ik daar wel een keer een vakantiedag of twee voor.