02.02.2020
Lieve Loot,
Nog twee weken en dan laat je even alles los. Dan is er de verjaardagsweek van Allez, Chantez! met zoveel leuke gebeurtenissen waar je de afgelopen vijf jaar keihard voor hebt gewerkt. Nog zestien keer slapen en dan is het zover, dan ga je in vrije val.
Eerlijk: ik ben bang in je plaats. Ik voel de rusteloosheid die je zo nu en dan overvalt en zie je daar dan op alle mogelijke manieren mee omgaan: je werkt hard (hevig speurend naar die heerlijke focus die je de tijdloosheid in katapulteert), je zoekt ontspanning op, je bewaakt je slaap, je maakt ruimte om te zingen, je laat je hoofd leegwaaien tijdens een wandeling op die heuvelrug hier in je tuin, je geniet voluit van de wind tegen je gezicht, je doet een telefoontje, je verlegt een baksteen of een klinker, … alles in het teken van dat geweldige bouwwerk dat Allez, Chantez! heet.
Maar intussen speelt er ook meer: je lanceert binnenkort maar liefst twee nieuwe merken. Besef je dat? Dat je twee nieuwe kindjes in de wereld zet? Soms denk ik dat je gek bent, omdat je zo groots durft te denken. Je hebt een masterplan, dat voel ik aan alles. Je werkt nu al maanden aan die volgende stap. Ik kan niet geloven hoe hard jij werken kan. Hoe jij op een punt aan de horizon kan focussen en daar alles op afstemt. Ik ben echt – en dat is misschien heel vreemd om te lezen – echt heel fier op je.
Op deze eenzame palindroom-dag-avond wil ik je met deze brief vooral vertellen dat alles goedkomt. Het resultaat zal er sowieso mogen zijn. Wat er nu staat is al heel bijzonder. Alles wat je de komende twee weken nog realiseert is extra. Ik hoop dat die gedachte je wat extra ademruimte geeft. Het is ook echt heel belangrijk dat je blijft ademen. Serieus, het is ook maar een project – niets levensnoodzakelijk of … . Laat het ons zo zeggen: voor niemand is dit project zo belangrijk als voor jou. En jij gaat er niet dood van wanneer er ook eens iets misgaat. Jij vindt het zelfs interessant wanneer er dingen foutlopen. Soms hoor ik je na een tegenvaller zeggen: “Nu ja, ik heb hier weer veel van geleerd.” En vaak begin ik dan ineens te grinniken. ‘Zottin,’ denk ik dan. Ik zeg het niet luidop, maar ik denk het wel.
Jij kijkt verder dan de kronkels in je parcours. Jij zoomt uit, bestudeert het euvel en begint alvast te knikken. “Mm… interessant,” zie ik dan verschijnen in zo’n tekstballon boven je hoofd. Dat, lieve Loot, is jouw weerbaarheid. En die zal er altijd voor zorgen dat jij verder blijft groeien in de richting die jij wil. Jij kan alles, omdat jij al wat in jouw macht ligt gebruikt om dat ‘alles’ mogelijk te maken. Mocht je morgen sterven dan schreven ze waarschijnlijk op jouw graf: “Hier ligt Annelore Camps, zij die de dingen steevast klaarzette op de lijn en dan nieuwsgierig opmerkte wat erover valt en wat niet.” Probleem is wel dat dit veel te lang is voor een grafschrift én dat jij geen echt graf wil ofzo. Liever gewoon een plekje in het bos of op een heuvelrug, misschien wel diegene in je achtertuin. Soit, ik wil maar zeggen dat er niets mis kan gaan, omdat jij er wel komt. Hand in het vuur voor jouw veerkracht en ingesteldheid om te blijven groeien.
Er kan verder ook niks misgaan omdat je er heilig van overtuigd bent dat Allez, Chantez! een experiment waarvan te leren valt is, waarvan véél te leren valt. Je hebt die vallen-en-opstaan-context geschapen om expertise op te doen waarmee later vele anderen vooruit geholpen kunnen worden. Daar doe je het voor. Daar ligt jouw passie en die passie valt niet te doven. Wees dan ook niet bevreesd voor een dovend vuur. Zelfs wanneer alle gloed verdwenen lijkt, geloof ik dat jij altijd opnieuw een vonk zal vinden. In één of ander gesprek, beeld, film of lied; waarschijnlijk gebeurt het in een verhaal… maar de vonk zal altijd weer overslaan. Ik kan het je niet beloven, maar het geloven doe ik wel.
Kijk eens achterom, Loot? Zie eens van waar jij komt? Jij komt van een plek waar elk uitzicht je ontnomen leek.
Je wordt er stil van, ik zie het.
Er kan niets mislopen. De weg zit knal onder je voeten en jij zit aan het stuur. De motoren draaien op volle toeren en de wind zit gunstig. Je moet alleen nog zestien keer slapen, goed slapen liefst. En dan eet je een boterham of havermout – of misschien bakt je man wel pannenkoeken – en dan sla je gewoon je vleugels uit. Meer is het niet. Het is gewoon… de volgende stap. Een stap. Je hebt er al honderden gezet. Dit kan jij best.
Blijf ademen.
Liefs,
Annelore